Inleiding

Fase 3 is de fase waarin je voorbereid wordt op de praktijk. Over een jaar werk je, wanneer het goed is, in een stagebedrijf. Bij het stagebedrijf moet je solliciteren met behulp van een stageportfolio. Het portfolio vormt de leidraad waarmee jij jezelf gaat profileren naar de opleidingsadviseur. Wat je hiermee wilt bereiken is dat de opleidingsadviseur een, op jou toegesneden, stageplek vindt.

De komende tijd ga je een voorbereiding maken voor het ontwikkelen van je stageportfolio. Het stageportfolio moet aan het eind van dit schooljaar af zijn. Dat wil zeggen dat het portfolio gebouwd moet zijn. Het portfolio hoeft nog niet helemaal gevuld te zijn.

Je begint met een oriëntatie op het werkveld en je gaat kijken, onderzoeken of jouw kennis en ervaring aansluit bij het werkveld.

Ten aanzien van je portfolio stel je de volgende vragen:

• Geeft het portfolio een goed beeld van jou en van je competenties op dit moment?
• Is je portfolio interessant voor een bedrijf?
• Is je portfolio professioneel genoeg wanneer je kijkt naar:
  • vormgeving
  • techniek
  • content
• Is je portfolio wel onderscheidend genoeg?

Onderzoek

Je gaat een aantal onderzoeken doen:

1. Onderzoek naar het beroepsveld
2. Onderzoek naar wat je gedaan hebt
3. Onderzoek naar wat je wil
4. Onderzoek naar wie je bent

Onderzoek naar het beroepsveld

In je stage ga je 2 keer een half jaar werken bij een bedrijf.
Heb je een idee wat momenteel belangrijk is bij mediabedrijven? Ben je op de hoogte van wat bedrijven verwachten van een Interactief vormgever? Weet jij welke bedrijven er zijn in jouw buurt, dorp of stad?
Om een antwoord te vinden op deze vragen, ga je onderzoek doen.

Opdrachten:

1. Verzamel vijf vacatures van banen die jij zou willen uitoefenen in je stage. Hierbij is het niet van belang of het bedrijf bij jouw in de buurt gevestigd is.
2. Beantwoord de volgende vragen over de vijf vacatures:
   • Beschrijving van het bedrijf:
     • Hoe groot is het bedrijf?
     • Is het bedrijf een mediabedrijf of levert het bedrijf een ander product?
     • Kan je iets zeggen over de sfeer in het bedrijf?
     • Wat zijn belangrijke waarden? (bijvoorbeeld flexibel, klantvriendelijk of jong en dynamisch)
   • Functienaam
     • Welke naam gebruikt het bedrijf voor de functie?
   • Beschrijving van de functie
     • Waaruit bestaat het takenpakket van deze functie?
     • Welke taken zou jij willen uitvoeren bij je stagebedrijf?
   • Functie-eisen
     • Welke kennis wordt gevraagd/vereist?
     • Welke vaardigheden worden gevraagd?
     • Welke persoonskenmerken worden gevraagd?
     • Welke kennis, vaardigheden en persoonkenmerken bezit jij?
   • Eigen mening
     • Wat vind je van het bedrijf? Wat spreekt je wel of niet aan? Zou je bij het bedrijf stage willen lopen?
     • Wat vind je van de functie-eisen? Aan welke functie-eisen voldoe je nu al? Denk je dat je na het volgen van de opleiding voldoet aan de functie-eisen?
3. Schrijf je conclusie:
   • Wat vinden bedrijven volgens mij belangrijk?
   • Wat vind jij belangrijk bij het kiezen van een stagebedrijf en de werkzaamheden die je wilt uitvoeren?
   • Wat zijn mijn sterke punten en mijn zwakke punten wanneer ik kijk naar wat er gevraagd wordt?
   • Welke bewijzen moet ik laten zien in mijn portfolio wanneer ik kijk naar de vacatures?

Zoek 3 bedrijven die gevestigd zijn in jouw omgeving. Bekijk de websites van deze bedrijven en beantwoord voor elke bedrijf de volgende vragen:

1. Wat is de visie en missie van het bedrijf? (Tip: Kijk bij "over ons")
2. Zijn ze gespecialiseerd in een bepaald soort klanten of product?
3. Wie zijn de klanten van dit bedrijf?
4. Is het een groot of een klein bedrijf?
5. Zijn er vacatures bij het bedrijf?
6. Spreekt dit bedrijf je aan? Waarom wel/niet?

Bekijk ook de site van en beantwoord dezelfde vragen als hierboven. LBi is een groot internationaal mediabedrijf.

Schrijf ook je conclusies uit dit onderzoek.

Maak een afspraak bij een bedrijf voor een bedrijfsbezoek. Je moet een interview houden met een interactief vormgever. Je bereidt het interview goed voor en maakt een verslag van het bezoek. Laat de vragen die je gaat stellen eerst goedkeuren door een docent.

Onderzoek naar wat je gedaan hebt?

In dit onderzoek ga je kijken of je al je werk hebt opgenomen in je container. Niet alleen het werk dat je in opdracht van school hebt gemaakt, maar ook al het werk dat je thuis of in opdracht van anderen hebt gemaakt. Ook kijk je naar het belang van het werk.

Opdrachten

1. Verzamel al je werk voor zover je dat nog niet hebt gedaan (tussenproducten en eindproducten, digitaal en analoog).
2. Digitaliseer al het analoge werk.
3. Geef bij al het werk een korte beschrijving:
   • titel (bv user story's Letterplein)
   • doel
   • opdrachtgever
   • doelgroep
   • gebruikte technieken
   • eigen aandeel (bij werk dat je samen met andere hebt gemaakt)
4. Rangschik je werk. Criteria hierbij zijn:
   • waar ben je het meest tros op?
   • waar zou een stagebedrijf het meest in geïnteresseerd zijn?
   • welk werk moet ik laten zien, om de stagewerkzaamheden te krijgen die ik graag wil?
5. Schrijf je conclusie:
   • Hoe wil ik de indeling van mijn portfolio?
   • per project
   • per techniek
   • per onderdeel uit de vacatures
   • maak een flow chart
   • Wat mis ik nog?

Onderzoek naar wat je wil ?

In dit onderzoek ga je bedenken hoe jij je toekomst ziet.

Opdrachten

1. Wat wil ik over 10 jaar?
   • eigen bedrijf
   • diploma CMD
   • top in VR
2. Wat wil ik over 5 jaar?
   • studeren aan de HvA opleiding CMD
   • werken in een klein bedrijf als...
   • ZZP'er
3. Wat wil je op stage?
   • klein bedrijf i.v.m. bedrijfsvoering
   • groot bedrijf
   • informele werksfeer
4. Maak een bedrijfspersona

Onderzoek naar wie je bent?

In dit onderzoek ga je beschrijven wie je bent, hoe je bent.

Opdrachten

1. Stel een c.v. samen
2. Wat ben je?
   • front-ender
   • user interface designer
   • UXDesigner
   • allrounder
   • Javascripter
3. Wat zijn je ambities?
   • een hele goede front-ender worden
   • heel goed worden in Wordpress
   • een hele goede user interface designer worden
4. Wat zijn jouw eigenschappen?
   • nieuwsgierig
   • snel
   • leergierig
   • grondig
   • lui
   • creatief
5. Maak een LinkedIn account aan (tips)
   • professionele foto
   • professionele tekst
   • meld je aan bij groepen

Beoordelingscriteria

• Volledig onderzoek met goede conclusies
• Voldoende materiaal verzameld, met eigen teksten

(naar boven)

Concept

Vanuit het onderzoek ontwikkel je een functioneel, visueel en interactie concept.

Functioneel concept:

• user story's
• inventarisatielijst met functies

Interactie concept:

• voorbeelden van interactie (navigatie, banners, slideshow, enz.)

Visueel concept:

• basisvormgeving

Techniek (welke techniek ga je gebruiken?)

• Wordpress
  • welk thema?
• Bootstrap
• Flexbox

Bij het ontwikkelen van het concept moet je goed bedenken wat jij een stagebedrijf wil laten zien. Waar zit jouw kracht? Vind jij dat je sterk bent in het grafisch deel van het vak, dan moet dit ook te zien zijn. Ben je een goede frontend scripter, dan ziet jouw website er anders uit en het is zeker gecodeerd volgens de nieuwste inzichten in html, css, enz. Voor iedereen geldt dat je door het portfolio je onderscheid van anderen. Het geeft het antwoord op de vraag: Waarom moeten ze jou aannemen en niet iemand anders?

Bedenk wel:

• denk vanuit je gebruiker= stagebedrijf. Wat willen zij zien?
• content is belangrijker dan vorm

Beoordelingscriteria

• Volledig en duidelijk concept

(naar boven)

Ontwerp

Vanuit het concept ga je de vormgeving van je portfolio bepalen.

Begin met veel ruwe schetsen op papier. Werk een aantal digitaal uit. Maak ook wireframes en interactieontwerpen.

Bespreek het werk regelmatig!

Een aantal tips:

• Zie je portfolio als jouw winkeltje. De startpagina is je etalage. Zorg dat de etalage zo aantrekkelijk is dat mensen geprikkeld worden om naar binnen te gaan.
• Zorg er voor dat het werk waar je trots op bent en/of wat je in een sollicitatiegesprek graag wilt laten zien, snel beschikbaar is. "Leg het voor in de winkel".
• Vanuit de eindproducten moeten de deelproducten bereikbaar zijn. Je moet antwoord kunnen geven op de vraag: "Hoe ben je tot dit product gekomen?".
• Onderzoeksverslagen, studieschetsen en afgekeurde schetsen kunnen ook interessant zijn. Je kunt hier mee laten zien hoe je bepaalde keuzes hebt gemaakt. Neem ze op in je portfolio, maar leg ze in het magazijn.
• Maak geen onderscheid tussen "eigen werk" en "projecten". Het is te hopen dat de projecten ook je eigen werk is. Wil je een onderscheid maken, noem het dan "werk in opdracht" en "vrij werk".
• De mensen van de stagebedrijven zijn professionele "kijkers". Zorg dat je vormgeving eigen en orgineel is. Probeer wat anders te bedenken dan een kader in een kader met rechthoekige knoppen links of boven in het scherm.
• Beeldtaal is ook taal. Alles wat te zien is in je portfolio, zegt wat over jou. Zorg dat je bewust communiceert met de beeldtaal.
• Zorg dat het portfolio makkelijk aan te vullen is.

Beoordelingscriteria

• Je hebt het proces goed doorlopen: ruwe schetsen, digitale schetsen, prototyping
• Het functioneel ontwerp is volledig uitgewerkt

(naar boven)

Realisatie

Wanneer je ontwerp is goedgekeurd, ga je pas het portfolio bouwen. Je hoeft het portfolio nog niet helemaal "gevuld" te hebben met je werk aan het eind van het schooljaar. Je bouwt het zover dat we kunnen zien hoe het werk gepresenteerd wordt.

Beoordelingscriteria

• Het digitale product werkt foutloos
• Het is gevalideerd
• Het staat online
• Je kunt het portfolio makkelijk aanvullen met nieuw werk

(naar boven)