Studiewijzer evalueren/reflecteren

 

Inleiding

Evalueren klinkt misschien ingewikkeld, maar dat hoeft het helemaal niet te zijn. Als je er bij stil staat merk je dat de wereld wemelt van evaluaties. De nabeschouwing van een voetbalwedstrijd is een vorm van evaluatie.

Doel van deze training

Elke project eindig je met een evaluatie/reflectie. Wat ging er goed? Wat ging er niet goed? Wat kon beter? Wat heb ik er van geleerd? Wat moet ik het volgende project anders doen? De evaluatie gebruik je om je pop (persoonlijk ontwikkelplan) bij te stellen.

Hoe is de training opgebouwd?

De training bestaat uit één theorie hoofdstuk. Lees deze les goed door. Op de andere tabbladen vind je de criteria per fase. Welke critera je gebruikt is natuurlijk afhankelijk van de fase waarin je zit.

Hoe lang ben je er mee bezig?

Voor deze training staat 3 uur, inclusief huiswerk.

Wat moet je kunnen/ kennen/ bewijzen aan het eind van deze training?

Aan het eind van de training moet je een goede evaluatie schrijven aan de hand van de criteria van jouw fase. Wanneer je in een project hebt samengewerkt, gebruik je de critera ook voor de feedback van je collega's.

Waar kun je nog meer informatie vinden over het onderwerp van deze training?

Links naar websites, enz.

I

Theorie evaluatie/reflectie

 

Inleiding


Evalueren is beoordelen en waarderen. Evalueren is niet alleen feiten op een rijtje zetten, alles nog eens de revue laten passeren. Het gaat erom dat de feiten, de gebeurtenissen worden geanalyseerd en dat er conclusies aan worden verbonden:

  • De volgende keer moet ik meer aandacht besteden aan het onderzoek.
  • De presentatie ging goed want ik had het goed voorbereidt en ik kon antwoord geven op alle vragen van de opdrachtgever.

 

Bij reflecteren onderzoek je je manier van handelen, maar ook hoe je reageert op een bepaalde situatie en hoe dat voelt. Dat laatste, je gevoel, is een thema waarbij je uitgebreid stil moet staan in je manier van reflecteren. Vaak reageren we uit een eerste impuls op een situatie. Dat betekent dat je niet eerst nadenkt voor je iets doet, maar handelt op basis van je eigen emoties. Ook kan het zijn dat je werkt vanuit vooringenomen standpunten of overtuigingen zonder dat je dit zelf in de gaten hebt. Je gaat er bijvoorbeeld vanuit dat een collega met wie je samenwerkt iets niet kan, en zonder er echt over na te denken heb je zijn taken daarom overgenomen.

Reflecteren betekent dat je jezelf een spiegel voorhoudt om zo stil te staan bij hoe je bijvoorbeeld werkt, welke keuzes je daarbinnen maakt, welke vaardigheden je inzet en hoe dat voelt.

  • Tijdens het gesprek heb ik goed gereageerd. Dat valt me mee van mezelf en ik ben toch wel ad rem. Ik weet niet zeker of ik dat wel had moeten zeggen; daar moet ik toch nog eens op terugkomen.

Evalueren en reflecteren lijkt dus erg op elkaar. Het verschil is dat je bij een evaluatie beoordeling uitspreekt, bij reflecteren speelt het gevoel veel meer mee.

Iedereen evalueert en reflecteert vele malen per dag. Je hebt bijvoorbeeld een gesprek gehad en bedenkt achteraf: heb ik dat wel op een goede manier gezegd, heb ik goed gereageerd, had ik dat niet beter voor me kunnen houden? Je bent naar een feest geweest, of naar een voorstelling, en je staat met enkele mensen nog wat na te praten. Je bent net terug van vakantie, de foto’s zijn klaar, en met je reisgenoten neem je alle gebeurtenissen nog eens door. Je hebt een cake gebakken, maar deze is wel wat erg donker uitgevallen, en je bedenkt dat de oven de volgende keer op een lagere stand moet.

(naar boven)

Soorten evaluaties


Uit de voorbeelden blijkt wel dat evaluaties vaak spontaan plaatsvinden, niet gepland en niet gestructureerd. Die evaluaties zijn waardevol, maar beperkt. Het leren is overgelaten aan het toeval en vaak had er veel meer uit geleerd kunnen worden. Door de eindeloze aaneenschakeling van evaluaties leren mensen toch veel, al valt het misschien niet zo op. De een leert overigens gemakkelijker van deze evaluaties dan de ander. De een heeft aan één fout genoeg om het nooit meer te doen, waar een ander dezelfde fout misschien wel twintig keer maakt.

Leren van evalueren kan veel effectiever door het goed voor te bereiden, te structureren en te richten op een bepaald doel.

Bij evalueren van een project geldt dit niet anders. Iedereen die er bij betrokken is, evalueert vaak spontaan. Op deze manier zal men leren hoe iets de volgende keer beter aan te pakken. Door daar anderen bij te betrekken kan dat leren effectiever plaatsvinden. Bovendien is een project vaak collectieve activiteit. De groep als geheel, alle betrokkenen met elkaar, zullen er van moeten leren. Er is dus alle aanleiding om evaluaties collectief uit te voeren.

Evalueren kan allerlei vormen aannemen. Voor een belangrijk deel is dat afhankelijk van de aanleiding en het doel. Enkele voorbeelden zijn:

  • Een evaluatie kan tijdens een project worden uitgevoerd, als er een speciale aanleiding is.
  • Het kan ook gaan om een voortgangsevaluatie. Het komt bijvoorbeeld voor dat het functioneren van een projectgroep wordt geëvalueerd of de resultaten van één van de stappen van een project.
  • Een evaluatie kan ook worden uitgevoerd bij de afronding van een project.

Evalueren kan op verschillende manieren plaats vinden:

  • Door middel van een gesprek met de heleprojectgroep
  • Door middel van een individueel gesprek met een student en een projectbegeleider
  • Door middel van een spontaan gesprek tussen verschillende deelnemers
  • Door middel van een schriftelijke enquête

Evaluatie aan het eind van een project


Aan het eind van elk project ga je het project evalueren. Je kijkt terug op de verschillende fase van het project. Het doel van deze evaluatie is te leren van wat goed is gegaan en wat fout is gegaan, zodat je een conclusie kan trekken over de aandachtspunten voor het volgende project.

Je gaat hierbij verschillende vormen van evalueren combineren.
Hiervoor neem je de volgende stappen:

  • Je schrijft een schriftelijke evaluatie van je eigen presteren bij dit project. Je gebruikt hiervoor de beoordelingscritera van jouw fase.
  • Je maakt een schriftelijke evaluatie over het presteren van de studenten van de projectgroep. Ook hiervoor gebruik je de beoordelingscritera.
  • Je maakt een afspraak voor een mondelinge evaluatie met je studiecoach/projectbegeleider. In dit gesprek worden je leerpunten besproken voor het volgende project.
  • Je maakt een afspraak met je projectgroep. In dit gesprek worden de schriftelijke evaluaties besproken die je van elkaar hebt gemaakt.

Assessment

Een assessment is een vorm van evalueren en beoordelen die je elke half jaar krijgt. Het begrip vindt zijn oorsprong in het Latijnse woord ‘assidere’ wat betekent ‘naast iemand zitten’. In de meest ruime zin betekent assessment dan ook beoordeling of toetsing, maar het gaat daarbij wel om het meten van competenties, kennis en vaardigheden.

Dit asssessment gaat in vorm van een 360° feedback. Bij een 360° feedback wordt gekeken naar de ontwikkeling die je hebt doorgemaakt. Hiervoor gebruik je het feedbackformulier. Deze wordt ingevuld door je studiebegeleider, een medestudent die je zelf uitkiest en door je zelf.

feedback

Wanneer iedereen het formulier heeft ingevuld, wordt hiervan een rapport gemaakt.

Naar aanleiding van dit rapport krijg je een gesprek met je studiebegeleider. In dit gesprek worden de volgende zaken besproken:

  • Hoe is het afgelopen half jaar verlopen?
  • Waar ben je tevreden over en waarover ben je ontevreden?
  • Welke ondersteuning heb je nodig om de opleiding succesvol voort te zetten?
  • Kun je al naar de volgende fase?
  • Welke leeractiviteiten ga je het volgend half jaar ondernemen?

 

Opdracht

 

Elke project eindigt met een evaluatie van het project. Bij deze evaluatie gebruik je de criteria van de verschillende fases die je vindt op de volgende tabbladen.

Een evaluatieverslag kan er zo uitzien:

Beoordelingscritera fase 1

kerntaak 1

1.1 Je kunt de doelstelling van een opdracht weergeven +
De doelstelling heb ik goed omschreven. Ik moet meer op het Nederlands letten.
Je kunt een debriefing schrijven aan de hand van de checklist. De debriefing is volledig en in goed Nederlands geschreven -
Nog niet gedaan in dit project
Je hebt onderzoek gedaan naar het product en de doelgroep -
Nog niet gedaan in dit project
1.2 Je kunt een weekplanning maken  +-
Ik heb nog geen goede verdeling gevonden tussen de trainingsuren en projecturen
Je hebt de deadlines behaald +-
De deadlines van het project wel, de deadlines voor de trainingen niet
Je hebt samengewerkt aan een project  
enz..  

Denk hierbij er aan dat je pas aan het eind van de fase alles voldoende moet beheersen.

Je sluit deze training af door het evaluatieverslag van het eerste project in te leveren als bewijs.

Fase 1

 

Beoordelingscritera fase 1

kerntaak 1

1.1 Je kunt de doelstelling van een opdracht weergeven
Je kunt een debriefing schrijven aan de hand van de checklist. De debriefing is volledig en in goed Nederlands geschreven
Je hebt onderzoek gedaan naar het product en de doelgroep
1.2 Je kunt een weekplanning maken 
Je hebt de deadlines behaald
Je hebt samengewerkt aan een project
1.3 Je hebt de verschillende producten vormgegeven volgens een basisidee
1.4 Het ontwerp voldoet aan de opdracht
Je gebruikt bij het schetsen verschillende tekenmaterialen op de juiste manier
Je kunt een digitale schets maken in Photoshop
Je kunt een digitale schets maken in Fireworks
Je kunt de keuzes die je hebt gemaakt bij het ontwerp verantwoorden. Je hebt hierbij de kennis toegepast van kleuren, typografie en vlakverdeling
Je kunt de structuur van een website weergeven in een flowchart
Je hebt het ontwerpproces op de juiste manier doorlopen: ruwe schetsen, uitgewerkte schetsen, digitale schets
1.5 Je hebt je ontwerp gepresenteerd aan de opdrachtgever
Je hebt de eindproducten gepresenteerd aan de opdrachtgever
Je hebt de presentatie van anderen bekeken en hier feedback op gegeven
Je hebt tijdens de presentatie je gemaakte keuzes toegelicht
Je bent op de juiste manier omgegaan met feedback

Kerntaak 2

2.1 Je levert bestanden aan in het juiste format
Je kunt bestanden omzetten naar een ander format
Je kunt in Photoshop foto's corrigeren en klaarmaken voor het web.
2.2 nvt
2.3 Je kunt een website bouwen met behulp van HTMLl en CSS
Je kunt een website bouwen in Dreamweaver
Je kunt een printproduct maken in Illustrator
Je hebt de werking van je interactief product getest op interactiviteit en techniek
Je hebt de producten op de juiste manier aangeleverd
2.4 Je kunt de verschillende onderdelen van een computer benoemen
Je hebt kennis van verschillende opslagmedia
Je kunt de functies van verschillende software en scriptingtalen aangeven die gebruikt worden voor interactieve media
2.5 Je geeft bestanden logische namen en je houdt je hierbij aan de afspraken.
Je slaat je bestanden op in de juiste structuur en je houdt je hierbij aan de afspraken

kerntaak 3

3.1 Je kunt verschillende bedrijven benoemen die zich bezighouden met interactieve media
3.2 nvt
3.3 nvt

Leren, loopbaan en burgerschap

kerntaak 1

1.1 Je kunt je eigen leerdoelen benoemen in een pop
1.2 Je kent je eigen leerstijl 
1.3 Je gebruikt de kennis van de leerstijl om een keuze te maken bij het leren
1.4 Je maakt een planning voor je eigen leerdoelen
1.5 Je maakt een realistische evaluatie waarin je aangeeft wat goed is gegaan en wat anders moet

kerntaak 2

2.1 Je kunt je eigen sterke en zwakke punten noemen ten aanzien van de gekozen opleiding en beroep
2.2 Je hebt verschillende vacatures onderzocht en bekeken of je hiervoor na de opleiding geschikt bent
Je hebt een beeld van het toekomstig beroep
2.3 Je kunt aangeven welke competenties je moet ontwikkelen om het gekozen beroep uit te voeren

kerntaak 3 nvt

kerntaak 4

4.1 Je bent op de hoogte van de ARBO-regels over beeldschermwerk 
4.2 nvt
4.3 Je stelt je collegiaal op naar medestudenten
Je komt afspraken na die je hebt gemaakt met collega's

kerntaak 5 nvt

kerntaak 6 nvt

kerntaak 7 nvt

 

Fase 2

 

Kerntaak 1

1.1 Je hebt de opdrachtgever vragen gesteld
Je kunt een debriefing schrijven. De debriefing is volledig en en goed Nederlands geschreven
Je hebt onderzoek gedaan naar media en mediaproducten
Je hebt de opdrachtgever advies gegeven over de media en mediaproducten
1.2 Je kunt een projectplanning maken 
Je hebt de deadlines behaald
Je hebt samengewerkt aan een project
Je hebt een projectvergadering voorgezeten
Je hebt een projectvergadering genotuleerd
1.3 Je hebt onderzoek gedaan naar markt/ doelgroep, 
Je hebt onderzoek gedaan naar product/ dienst
Je hebt onderzoek gedaan naar de organisatie van de opdrachtgever en de concurrentie
Je hebt onderzoek gedaan naar het onderwerp, thema en boodschap
Je hebt de conclusies uit het onderzoek vastgelegd in een moodboard en in tekst
Je hebt de conclusies van het onderzoek gebruikt bij het ontwikkelen van het concept
Je hebt een creatief concept ontwikkeld
je hebt een interactief concept ontwikkeld
1.4 Het  ontwerp voldoet aan de kwaliteitseisen van de opdracht 
Je gebruikt bij het schetsen verschillende tekenmaterialen op de juiste manier
Je hebt de juiste software gebruikt bij het maken van de digitale ontwerpen (Photoshop, Illustrator en Fireworks)
Je hebt het ontwerp afgestemd op de wensen van de opdrachtgever
Je kunt de keuzes die je hebt gemaakt bij het ontwerp verantwoorden. Je hebt hierbij de kennis toegepast van kleuren, typografie en vlakverdeling
Je kunt de structuur van een website weergeven in een flowchart en een wireframe
Je hebt het ontwep gemaakt vanuit het concept
Je ontwerp is zo volledig dat het door andere uitgevoerd kan worden.
1.5 Je hebt je ontwerp gepresenteerd aan de opdachtgever
Je hebt de eindproducten gepresenteerd aan de opdrachtgever
Je hebt opbouwende kritiek gegeven op de presentaties van anderen
Je hebt tijdens de presentatie je gemaakte keuzes toegelicht
Je bent op de juiste manier omgegaan met feedback
Je hebt bij de presentatie gebruik gemaakt van de juiste presentatiemiddelen

Kerntaak 2

2.1 Je levert bestanden aan in het juiste format
Je kunt bestanden omzetten naar een ander format
Je hebt rekening gehouden met (auteurs)rechten.
Je hebt aangeleverde bestanden op de juiste manier aangepat voor gebruik in verschillende eindproducten
2.2 nvt
Je hebt je werk door andere laten uitvoeren
Je hebt instructies bij het ontwerp gemaakt dat voor andere bruikbaar zijn.
Je hebt verschillende rollen binnen een project uitgeoefend
2.3 Je hebt in een website xml en JavaScript toegepast.
Je hebt gewerkt met After Effects en Premiere Pro
Je hebt een animatie gemaakt met behulp van Flash en Actionscript
Je hebt audiovisuele elementen (video, flash, geluid) geintegreerd in een website
Je hebt de werking van je interactief product getest op interactiviteit en techniek
Je hebt de producten op de juiste manier aangeleverd
Je hebt bij het bouwen van een mediauiting de regels voor usability toegepast.
2.4 Je het je eigen computer goed onderhouden.
Je hebt regelmatig backups gemaakt
Je hebt drivers voor randapparatuur geinstalleerd.
Je weet hoe een netwerk is opgebouwd (hardware en software)
Je houdt bij het werken rekening met de capaciteiten van het netwerk.
2.5 Je geeft bestanden logische namen en je houdt je hierbij aan de afspraken.
Je slaat je bestanden op in de juiste structuur en je houdt je hierbij aan de afspraken
Je hebt de juiste sofware gebruikt bij het opslaan van bestanden.
Je hebt gewerkt met een database.
Je beheert de verschillende versies van bestanden op de juiste manier.

kerntaak 3

3.1 Je hebt een eenvoudig marktonderzoek gedaan.
Je kent de verschillende onderdelen van een bedrijfsplan
3.2 Je hebt een presenatie gehouden over een projectgroep.
3.3 Je hebt de gewerkte uren van een project geregistreerd.

Leren, loopbaan en burgerschap

Kerntaak 1

1.1 Je kunt je eigen leerdoelen benoemen in een pop
1.2 Je kent je eigen leerstijl 
1.3 Je gebruikt de kennis van de leerstijl om een keuze te maken bij het lren
1.4 Je maakt een planning voor je eigen leerdoelen
1.5 Je maakt een realistische evaluatie waarin je aangeeft wat goed is gegaan en wat anders moet

Kerntaak 2

2.1 Je kunt je eigen sterke en zwakke punten noemen tenaanzien van de gekozen opleiding en beroep
2.2 Je hebt verschillende vacatures onderzocht en bekeken of je hiervoor na de opleiding geschikt voorbent
Je hebt een beeld van het toekomstig beroep
2.3 Je kunt aangeven welke competenties je moet ontwikkelen om het gekozen eroep uit te voeren

Kerntaak 3: nvt

Kerntaak 4

4.1 Je bent op de hoogte van de arbo-regels over beeldschermwerk 
4.2 nvt
4.3 Je stelt je collgiaal op naar medestudenten
Je komt afspraken na die je hebt gemaakt met collega's

Kerntaak 5: nvt

Kerntaak 6: nvt

Kerntaak 7: nvt

 

Fase 3

 

kerntaak 1

1.1 Je hebt een debriefing geschreven naar aanleiding van een klantgesprek.
Je hebt in dialoog met een opdrachtgever een passend advies gegeven en dit advies eventueel aangepast
Je hebt een opdracht schriftelijk bevestigd
1.2 Je heb een plan van aanpak gemaakt met daarin de inzet van mensen en middelen.
Je hebt je eigentijd realistisch ingedeeld.
Je hebt  met collega’s overlegd over het plan van aanpak
Je hebt  het plan van aanpak  geëvalueerd
1.3  Je hebt onderzoek gedaan naar markt/ doelgroep, 
Je hebt onderzoek gedaan naar product/ dienst
Je hebt onderzoek gedaan naar de organisatie van de opdrachtgever en de concurrentie
Je hebt onderzoek gedaan naar het onderwerp, thema en boodschap
Je hebt de conclusies uit het onderzoek vastgelegd in een moodboard en in tekst
Je hebt de conclusies van het onderzoek gebruikt bij het ontwikkelen van het concept
Je hebt een creatief concept ontwikkeld
je hebt een interactief concept ontwikkeld
1.4 Je hebt gewerkt volgens gestelde kwaliteits- en productieniveaus en het resultaat gecontroleerd
Je hebt de hulpmiddelen, waaronder relevante software, correct gebruikt bij het maken van het ontwerp en de presentatie
Je hebt indien nodig overlegd over het ontwerp met opdrachtgever, collega’s en derden
Je hebt zelfstandig een concept vertaald in een visueel en functioneel ontwerp
Je hebt een wireframe en een pagebreakdown gemaakt 
Je hebt je keuzes verantwoord.
1.5 Je hebt een presentatie gemaakt die geschikt is  om aan een (klein) publiek te laten zien, overzichtelijk is, een goede opbouw heeft en die kan worden gemaild als de opdrachtgever dat wenst
Je hebt adequaat gereageerd op reacties en kritiek van de opdrachtgever
Je hebt de in het ontwerp gemaakte keuzes verantwoord met steekhoudende argumenten
Je hebt je eigen werk geëvalueerd en aangepast
Je bent onder hectische omstandigheden rustig gebleven
Je hebt een geschikte presentatiewijze gekozen.
Je hebt de presentatie goed voorbereid

kerntaak 2

2.1 Je hebt ervoor gezorgd dat derden bestanden aanleveren in het juiste formaat en volgens de benodigde specificaties
Je hebt de rechten gerespecteerd.
Je hebt toestemming voor het gebruik geregeld.
Je hebt relevante software correct gebruikt
Je hebt de voor de realisatie benodigde materialen en bestanden verzameld en geïnventariseerd
heeft elementen beoordeeld op geschiktheid voor een bepaalde media-uiting
 Je hebt waar nodig bestanden bewerkt (beeld gedigitaliseerd, elementen aangepast aan een specifieke media-uiting
Je hebt  beoordeeld of bestanden technisch bruikbaar zijn
Je hebt in een verslag het gemaakte werk gedocumenteerd en geëvalueerd
2.2 Je hebt aan derden een opdracht met instructies gegeven
Je hebt criteria voor het proces en het resultaat van uitbesteding opgesteld
Je hebt tussentijds en aan het eind het resultaat van de uitbesteding beoordeeld.
Je hebt een opdrachtnemer geselecteerd.
Je hebt een opdracht geformuleerd.
Je hebt de planning en begroting tijdens de uitbesteding bewaakt.
2.3 Je hebt de gemaakte media-uitingen getest en het kwaliteitsniveau gecontroleerd
Je hebt de gemaakte media-uitingen getest op interactiviteit, gebruiksvriendelijkheid en techniek
Je hebt de media-uiting aangeleverd voor verdere productie of distributie
Je hebt de realisatie ter goedkeuring voorgelegd en zo nodig correcties doorgevoerd.
Je hebt de juiste software gebruikt
Je hebt tekst- en beeldelementen gemaakt en bewerkt
Je hebt gekozen (vormgeving-) elementen toegepast
Je hebt kleurmanagement toegepast
Je hebt specificaties aangebracht, o.a. resolutie, compressie en bestandsformaat
Je hebt de structuur verder uitgewerkt en hierin de elementen geplaatst
Je hebt waar nodig interactiviteit en gebruiksvriendelijkheid toegepast
Je hebt vorm en in houd op elkaar afgestemd
2.4 Je hebt vastgelegd wat je aan installatie, onderhoud en beveiliging hebt gedaan
Je hebt hard- en software geïnstalleerd, onderhouden en beveiligd en je hebt hierbij rekening gehouden met het netwerk
Je hebt beoordeeld of je zelf taken kon uitvoeren of wanneer je iemand anders moet inschakelen
2.5 Je hebt alle bestanden opgeslagen in de database conform de geldende afspraken
Je hebt relevante software gebruikt waarmee hij de bestanden op de juiste manier in de database heeft opgeslagen
Je hebt bestanden gecontroleerd en ervoor gezorgd dat ze voldoen aan de specificaties
Je hebt de structuur van de database gehanteerd op het opslaan van bestanden
Je hebt gemeld wanneer de database niet meer voldoet
Je hebt voorstellen gedaan om de database aan te passen
Je hebt gewerkt op nauwkeurige en gestructureerde wijze

kerntaak 3

3.1 Je hebt op basis van marktonderzoek een gestructureerd, vlot en bondig geschreven ondernemingsplan gemaakt met daarin de onderdelen marketing, verkoop en financiering
Je hebt voor je eigen bedrijfsteam keuzes gemaakt voor de positionering op de markt.
3.2 Je hebt gewerkt aan het uitbouwen van de commerciële positie van het bedrijf, door het bedrijf te promoten bij (potentiële) klanten
Je hebt de kwaliteiten van je bedrijf gecommuniceerd en kwam hierbij betrouwbaar, deskundig en enthousiast over
Je hebt relaties opgebouwd en onderhouden, waarbij je regelmatig contact heeft opgenomen en actie heeft ondernomen om potentiële klanten te werven en bestaande klanten te behouden
3.3 Je hebt eenvoudige offertes en calculaties gemaakt
Je hebt eenvoudige facturen opgesteld
Je hebt de offertes en facturen in voor de klant duidelijke taal gesteld

 

Fase 4

 

kerntaak 1

1.1 Je hebt onderzocht hoe klantencontact in het stagebedrijf functioneert en je hebt dit in een verslag weergegeven
je hebt heeft in het bpv-bedrijf onderzocht hoe er wordt omgegaan met klantenwensen en uitvoeringsafspraken
Je hebt een opdrachtgever een passend advies gegeven en dit advies eventueel aangepast
1.2 Je heb gewerkt  met plannen van aanpak of vaste workflow-procedures in bpv-bedrijven 
Je hebt je eigen werk aangepast aan het plan van aanpak
Je hebt  met collega’s overlegd over het plan van aanpak
Je hebt  het plan van aanpak van het bpv-bedrijf in een verslag geëvalueerd
1.3  Je hebt van projecten in de bpv- bedrijven het communicatieconcept, het visuele en het interactieve concept geanalyseerd
1.4 Je hebt gewerkt volgens gestelde kwaliteits- en productieniveaus en het resultaat gecontroleerd
Je hebt de hulpmiddelen, waaronder relevante software, correct gebruikt bij het maken van het ontwerp en de presentatie
Je hebt indien nodig overlegd over het ontwerp met opdrachtgever, collega’s en derden
Je hebt  in een verslag de gemaakte ontwerpen gedocumenteerd en geëvalueerd
1.5 Je hebt adequaat gereageerd op reacties en kritiek van de opdrachtgever
Je hebt de in het ontwerp gemaakte keuzes verantwoord met steekhoudende argumenten

kerntaak 2

2.1 Je hebt ervoor gezorgd dat derden bestanden aanleveren in het juiste formaat en volgens de benodigde specificaties
Je hebt de rechten gerespecteerd.
Je hebt toestemming voor het gebruik geregeld.
Je hebt relevante software correct gebruikt
Je hebt de voor de realisatie benodigde materialen en bestanden verzameld en geïnventariseerd
heeft elementen beoordeeld op geschiktheid voor een bepaalde media-uiting
 Je hebt waar nodig bestanden bewerkt (beeld gedigitaliseerd, elementen aangepast aan een specifieke media-uiting
Je hebt  beoordeeld of bestanden technisch bruikbaar zijn
Je hebt in een verslag het gemaakte werk gedocumenteerd en geëvalueerd
2.2 Je hebt aan derden een opdracht met instructies gegeven
Je hebt in het stagebedrijf onderzocht hoe uitbestedingen verlopen
2.3 Je hebt de gemaakte media-uitingen getest en het kwaliteitsniveau gecontroleerd
Je hebt de gemaakte media-uitingen getest op interactiviteit, gebruiksvriendelijkheid en techniek
Je hebt de media-uiting aangeleverd voor verdere productie of distributie
Je hebt de realisatie ter goedkeuring voorgelegd en zo nodig correcties doorgevoerd.
Je hebt de juiste software gebruikt
Je hebt tekst- en beeldelementen gemaakt en bewerkt
Je hebt gekozen (vormgevings-) elementen toegepast
Je hebt kleurmanagement toegepast
Je hebt specificaties aangebracht, o.a. resolutie, compressie en bestandsformaat
Je hebt de structuur verder uitgewerkt en hierin de elementen geplaatst
Je hebt waar nodig interactiviteit en gebruiksvriendelijkheid toegepast
Je hebt vorm en in houd op elkaar afgestemd
2.4 nvt
2.5 Je hebt alle bestanden opgeslagen in de database conform de geldende afspraken
Je hebt relevante software gebruikt waarmee hij de bestanden op de juiste manier in de database heeft opgeslagen
Je hebt bestanden gecontroleerd en ervoor gezorgd dat ze voldoen aan de specificaties
Je hebt de structuur van de database gehanteerd op het opslaan van bestanden
Je hebt gemeld wanneer de database niet meer voldoet
Je hebt voorstellen gedaan om de database aan te passen
Je hebt gewerkt op nauwkeurige en gestructureerde wijze

kerntaak 3

3.1 Je hebt  onderzocht hoe de stagebedrijven zijn gepositioneerd in de markt (concurrenten, keuze van producten en diensten, bedrijfsgrootte…)
Je hebt  het ondernemingsplan van het stagebedrijf bestudeerd
3.2 Je hebt je representatief gedragen in het BPV-bedrijf, bijvoorbeeld bij het aannemen van de telefoon of ander klantencontact
3.3 Je hebt  onderzocht hoe  de stagebedrijven calculeren, offreren en factureren
Je hebt de administratieve procedures van de stagebedrijven bestudeerd