Studiewijzer

 

Inleiding

Wanneer je een opdracht krijgt om een mediaproduct te maken, begin je altijd met een onderzoek. Wie is de doelgroep? Met welke technische eisen moet ik rekening houden? Goed onderzoek doen is niet zo makkelijk.

Doel van deze training

In deze training leer je hoe je onderzoek doet. Je leert 6 stappen die je kunt gebruiken bij de verschillende projecten.

Hoe is de training opgebouwd?

De training bestaat uit één les.

Hoe maak je deze training?

Lees de verschillende stappen goed door. Maak hierna de eindopdracht.

Hoe lang ben je er mee bezig?

De studiebelasting is 16 uur, waarvan 5 huiswerkuren.

Wat moet je kunnen/ kennen/ bewijzen aan het eind van deze training?

Aan het eind van de les staat een opdracht voor een onderzoek. De resultaten verwerk je in een verslag. Wil je een ander onderwerp onderzoeken? Overleg dan even met de docent.

Waar kun je meer informatie vinden over het onderwerp?


http://www.onderzoekdoen.nl/
http://www.fontys.nl/lerarenopleiding/tilburg/biologie/vaardigheden/links/onderzoek_doen.htm
http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/project/1860015/profielwerkstuk/2157356/nederlands/item/1878526/onderzoek-doen/

Onderzoek, hoe doe je dat?

menu

Inleiding

Bij de meeste projecten moet je onderzoek doen. Onderzoek naar de doelgroep, onderzoek naar het product, onderzoek, naar de opdrachtgever, en zo voort.

Maar hoe doe je eigenlijk onderzoek?

Stappenplan

Bij elk onderzoek kun je gebruik maken van een stappenplan:

  1. Beslis wat je gaat onderzoeken
  2. Beslis hoe je het gaat onderzoeken
  3. Verzamel de benodigde gegevens
  4. Verwerk de gegevens en resultaten in grafieken en tabellen
  5. Verwerk punt 1 t/m 4 in een verslag
  6. Trek de conclusies.

(naar boven)

Stap 1: Beslis wat je gaat onderzoeken

De eerste stap bij het doen van onderzoek is het beslissen wat je gaat of moet onderzoeken. Een onderzoek naar de doelgroep is anders dan een technisch onderzoek.
Je moet dus precies weten wat het onderzoeksdoel is. Wat wil je weten wanneer je het onderzoek af hebt?
Een onderzoeksdoel kan zijn:

  • Ik wil weten hoe ik mijn animatie aantrekkelijk kan maken voor kinderen van 6 tot 10 jaar.
  • Ik wil weten welke trainingen / projecten ik krijg in de opleiding media vormgeven.
  • Ik wil weten hoeveel kans ik heb op een baan na deze opleiding.
  • Ik wil weten hoe ik mijn website bovenaan in de zoekresultaten krijg van Google.

Het doel van het onderzoek zet je om in de vorm van een vraag.
Voorbeelden van vragen zijn:

  1. In welke bedrijven kan een media vormgever aan de slag?
  2. Waar moet ik rekening mee houden bij het maken van een animatie wanneer mijn doelgroep de leeftijd heeft van 6 t/m 10?

Bij grotere onderzoeken kan de onderzoeksvraag worden opgedeeld in deelvragen:

  1. Hoe lang mogen zinnen zijn voor kinderen van 6 t/m 10?
  2. Hoe lang kunnen kinderen van 6 t/m 10 zich concentreren?
  3. Welke tekenstijl past bij de doelgroep?

Een goed onderzoek kan niet zonder een goede vragenlijst!!!

Een vragenlijst is goed wanneer:

  • De vragen kort en duidelijk zijn
  • Een duidelijk antwoord mogelijk is
  • De vorm van de vragen neutraal zijn
  • Alle vragen op het onderzoeksdoel slaan

Foute vragen zijn bijvoorbeeld:

  • Welke tekenstijlen vinden de kinderen het leukst: cartoon of Manga
    (deze vraag is niet neutraal)
  • Houden kinderen van ijs?
    (niet relevant voor het onderzoeksdoel)
  • Vinden kinderen cartoon-stijl leuk?
    (een duidelijk antwoord is niet mogelijk)

 

(naar boven)

 

Stap 2: Beslis hoe je het gaat onderzoeken

Je kunt op verschillende manieren antwoord vinden op je onderzoeksvragen.
Welke manier je kiest, is afhankelijk van de vragen en de hoeveelheid tijd dat je hebt voor het onderzoek.
Manieren zijn:

  • Enquêtes
  • Interviews
  • Verzamelen van bestaand onderzoek
  • Literatuuronderzoek

(naar boven)

 

Stap 3: Verzamel de benodigde gegevens

Nadat je hebt uitgezocht wat je gaat onderzoeken en hoe je gaat onderzoeken, ga je aan de slag.
Wanneer je gebruik wilt maken van een interview, groepsgesprek of enquête, begin je met het maken van een vragenlijst. (zie verder de training interview)
Voor het gebruik van bestaand onderzoek en literatuur kun je de volgende bronnen gebruiken:

  • Internet
  • Boeken
  • Tijdschriften

Let wel op:

  • Niet alle informatie op Internet is betrouwbaar. Kijk altijd wie de informatie heeft geplaatst!
  • Niet alle informatie hoeft te bestaan uit tekst. Veel onderzoek die je gaat doen op deze school kan bestaan uit het verzamelen van afbeeldingen.

(naar boven)

 

Stap 4: Verwerk de gegevens en resultaten in grafieken en tabellen

Wanneer je enquêtes hebt gebruikt of op andere manier hebt gemeten, moet je de resultaten verwerken in een grafiek of tabel.

(naar boven)

 

Stap 5: Verwerk punt 1 t/m 4 in een verslag

Bij elk onderzoek hoort een verslag. In het verslag verwerk je het resultaat van alle stappen. Begin het verslag dus met het onderzoeksdoel en de onderzoeksvragen.

Beschrijf dan de gegevens die je hebt verzameld. Denk ook aan de verzamelde afbeeldingen.

Hierbij is het niet de bedoeling dat je hele delen van internet kopieert en in je verslag plakt! Beschrijf wat je hebt gevonden.

Neem ook de tabellen, grafieken en voorbeelden op in je verslag.

(naar boven)

 

Stap 6: Trek de conclusies

Een onderzoek doe je om antwoord te krijgen op een vraag of op een aantal deelvragen.
Wanneer alles goed is gegaan heb je aan het eind van het onderzoek antwoord op deze vragen. Deze antwoorden zijn de conclusies die je trekt uit het onderzoek:

  • Je weet hoe je de animatie aantrekkelijk kan maken voor kinderen van 6 tot 10 jaar.
  • Je weet welke trainingen/projecten je krijgt in de opleiding media vormgeven.
  • Je weet hoeveel kans je hebt op een baan na deze opleiding.
  • Je weet hoe je de website bovenaan in de zoekresultaten krijgt in Google.

Deze conclusies heb je nodig bij het vervolg van het project!

(naar boven)

 

Opdrachten

 

Voor deze opdracht ga je een eigen onderzoekje doen. Je kunt kiezen uit de volgende onderzoeksdoelen:

  1. Je wilt weten hoeveel tijd je klasgenoten besteden aan hun huiswerk.
  2. Je wilt weten welke sporten favoriet zijn in je klas.
  3. Je wilt weten hoeveel tijd je klasgenoten besteden aan bijbaantjes.

Wanneer je zelf een ander onderwerp wilt onderzoeken, overleg dan even met de docent.
Je doorloopt alle stappen en legt deze vast in een verslag.


Beoordelingscriteria:

  • Het onderzoeksdoel is goed omschreven
  • De onderzoeksvragen voldoen aan de criteria (pagina 6)
  • Je hebt de juiste onderzoeksmethode gekozen bij de vragen.
  • De gegevens zijn op de juiste manier verwerkt.
  • Het verslag is goed opgebouwd en geschreven in foutloos Nederlands.
  • De conclusies zijn duidelijk.